donderdag 30 juni 2011

Camperdag 12 (19 juni 2011) Balfour – Wasa Lake (Prov.Park)

Kennelijk was de vorige dag toch ingrijpend. Of de camperplek te donker door de hoge bomen. In elk geval werden we pas om uur wakker. Ontbijt even overgeslagen. Snel op pad naar de ferry die ons naar de overkant van het Kootenay Lake moet brengen. De wachttijd gebruiken we om het ontbijt en een kop koffie te nuttigen.
.
  
Als we na een vaartocht van 45 minuten aan de overkant zijn, laten we eerst alle andere auto’s passeren. Hebben we lekker de hele weg voor onszelf. In elk geval het eerste stuk. We vervolgen de Hw 3A richting Creston. We gaan door een bosrijk gebied over een mooie slingerweg. Heerlijk rustig.

Aan de weg naar Creston liggen diverse kleine plaatsjes. Zo klein, dat ze niet eens een echte kern hebben. In Boswell staat aan het meer een huis, opgebouwd uit allemaal vierkante flessen. Het werk van een apotheker, die de flessen overal in het hele land vandaan haalde. Het wordt zelfs een toeristische attractie genoemd.
.

Tussen de plaatsjes Boswell en Wynndel verandert het landschap in een brede vallei met akkerbouw en weilanden. Even heel wat anders dan de bergen en sneeuw.
.

In Wynndel staan nog een paar oude graansilo’s. En als we onze weg vervolgen, komen er nog diverse herten over ons pad.
.

Via Creston en Erickson komen we in de buurt van de grens met de VS. Daar hebben we ook nog even de camper gewogen doordat we per ongeluk over een weegbrug reden. 4010 kg stond er op de teller. Ja; een heel zwaar campertje. Via Yahk gaan we verder over de Hw 95 (Crowsnest Highway) naar Moyle. En laten ons daar verrassen door dit schitterende oud kerkje uit 1904.
.

Na een bliksembezoek aan Moyle gaan we verder over de Hw 95 naar Cranbrook. Over Cranbrook is weinig te zeggen. Toch wel; de wegen in het plaatsje zijn slecht; erg slecht. Menig zandweg is beter. Achter de McDonald hebben we eventjes een internet verbinding gekregen via de buurman Starbuck.

Via Fort Steele (toeristisch museumdorpje) zijn we in Wasa beland. We strijken neer in het Wasa Lake Provincial Park.

Vandaag 264 km gereden.

maandag 27 juni 2011

Camperdag 11 (18 juni 2011) Revelstoke – Balfour (Kokanee Park)

Vanmorgen na het ontbijt eerst de ouders gebeld. Ze zijn vandaag zowaar 60 jaar getrouwd. Gezien de reactie is het een grote verrassing dat we bellen. Vlak voor we vertrekken maken we nog een paar mooie foto’s van de weerspiegeling in het Williamson Lake.
Ook nog even een bezoekje aan de Farmers Market, waar de “boeren” hun eigen produkten aan de man proberen te brengen. Groente, zeepjes, gebreide kinderkleding, houtsnijwerk, etc etc.
.

We vertrekken zuidwaarts over de Hw 23 richting Shelter Bay. Onderweg worden we nog verrast door twee zwarte beren. Ze struinen behoorlijk wild door het hoge gras in de berm. Waarschijnlijk een mamabeer en een al wat ouder jonkie...
.

Niet alleen grote dieren trokken onze aandacht; ook kleine snoepies hebben we gezien. Daan en Britt; vinden jullie deze ook lief ? Wij wel…
.

Bij Shelter Bay sluiten we aan in de wachtrij voor de ferry. Die mag ons in een half uurtje over het Upper Arrow Lake brengen naar Galena Bay. De Hw 23 gaat hier verder naar Nakusp. Wij ook…
.

In het plaatsje Naskusp buigen we linksaf naar New Denver over de 31A. Daar hebben we een kleine Japanse tuin bekeken. De Kohan Reflection Garden. Deze is aangelegd ter herinnering aan de Japanse Canadezen die in WO II geïnterneerd waren.

Daarna gaan we via de 31A verder naar Kaslo. Dit is een schitterende weg. Veel bochten. Er reden dan ook heel veel motorrijders. Toch oppassen geblazen. Wij werden geconfronteerd met een hert, welke doodgemoedereerd midden op de weg stond. En ons ook nog verbaasd aankeek. Zo van “Wat mot jij nou hier ?”
In Kaslo hebben we ons eerste ijsje gegeten. We konden de verleiding niet weerstaan. Heerlijk !! In Kaslo ligt een grote gerestaureerde radarboot, de SS Moyie. Heeft jarenlang dienst gedaan op het Kootenay Lake.
Over de Hw 31 naar Ainsworth Hot Springs gereden. Daar hebben we heerlijk gebadderd in de hete bronnen. Drie baden in totaal; een bad van pakweg 38 graden; een grot met water van 40 graden en een dompelbad van 10,5 graden om de heethoofden weer af te koelen. Foto’s ? Jammer dan… Wel een plaatje van de folder hieronder.
.

Het is al bijna donker als we nog op zoek moeten naar een nachtplekje. Dat vinden we ongeveer 20 kilometer verder in het Provinciale Park, de Kokanee Campground. Waar we total-loss in bed rollen….

Vandaag 273 km gereden.

Camperdag 10 (17 juni 2011) rondom Revelstoke.

We zijn de dag rustig begonnen. We blijven vandaag rond Revelstoke hangen. Na het ontbijt vertrokken en eerst Revelstoke zelf een beetje bekeken. Het lijkt erop, dat de spoorlijn een grote invloed heeft gehad op de bouw van het plaatsje. Het ligt namelijk grotendeels langs de spoorlijn. Er is een keerpunt voor locs, een onderhoudsplaats, er staan sneeuwschuivers voor de rails en er is een spoorwegmuseum. Revelstoke zelf is opgebouwd zoals veel andere plaatsen; rechte wegen, streets en avenues, blocks. Erg saai vergeleken bij de kernen van de kleinere plaatsen in Nederland. Een van de toegangswegen van Revelstoke worden gemarkeerd met een paar gigantische beren.
.

Daarna zijn we terug gereden richting Rogers Pass. We gaan twee korte trails lopen. De Skunk Cabbage Boardwalk Trail, welke grotendeels door een moeras loopt. Grote aronskelken, die helaas nog niet in bloei staan. Verder barst het van de vogeltjes, die zich wel laten horen maar niet laten zien. Daarna de Giant Cedars Boardwalk Trail. Hier staan eeuwenoude rode cederbomen en hemlocksparren. Indrukwekkende bomen, die volgens de beschrijvingen toch zeker 500 jaar oud moeten zijn.
.

Vervolgens zijn we terug gereden richting Revelstoke. Bovenop een berg ligt Balsam Lake, bereikbaar via de “Meadows-in-the-Sky Parkway”. Een weg, 26 kilometer lang, 16 haarspeldbochten, goed voor een klim van 1030 meter. Leuk voor de motor. Na 12 kilometer kunnen we niet verder. De weg is afgezet, omdat er nog sneeuw zou liggen. Maar ook vanaf deze hoogte hebben we een schitterend uitzicht op Revelstoke.
.

Vandaag 130 km gereden.

Camperdag 9 (16 juni 2011) Field – Revelstoke.

De dag begint leuk; er scharrelt een groundsquirle (grond-eekhoorntje) rond de camper.
De Monarch Campground ligt aan het begin van de 13 km lange Yoho Valley Road. Deze leidt naar de Takakkaw Falls. De op één na hoogste waterval van Canada. De weg is –helaas- afgesloten. We gaan wel naar de Spiral Tunnels. Een echte blikvanger. Men heeft er zelfs een parkeerplaats aan gewaagd. Hier kruipen en ploeteren de lange goederentreinen omhoog (of oplaag). Daarbij gaan ze de tunnel alweer uit, terwijl de laatste wagons er nog niet eens in zijn gegaan. Op deze foto is de trein zelfs drie keer te zien. Eerst op de voorgrond tussen de twee kijkers. Daarna bovenaan, waar de trein de tunnel inrijdt. Tot slot in het midden, waar de trein de tunnel uitkomt rijden.
.

Vervolgens zijn we verder gegaan in de richting van Revelstoke door het Yoho National park. Daar vinden we een natuurlijke stenen brug. Die is door de Kicking Horse River op die manier uitgesleten. Ook een echte trekpleister.
.

Het Emerald Lake lag een klein stukje verder. Waar het een beetje regende. Jammer, want daardoor missen we een mooie weerspiegeling in het water. Er zijn trouwens meer Nederlanders hier op pad. Voor je het weet krijgt je een Nederlands antwoord. Van een onbekende.

De volgende plaats aan deze weg is Golden. Waar Ellen een scrapbookwinkel wist te vinden. Het assortiment viel echter tegen. Deze hobbyisten hebben het niet slecht in Nederland.
Golden is niet groot, maar ziet er wel leuk uit. Er ligt een grote overdekte houten brug. Geen oude maar een nieuwe.

Na Golden gaan we over de Rogers Pass (1327 meter), het hoogste punt van de Trans Canada Highway. En daar de tijdgrens ook gepasseerd, waardoor deze dag een uur langer duurde.

Eerst lopen we een korte trail bij de Hemlock Grove. Nog gesloten, maar toch even de grote hoge dennen bekeken.
.

Tot slot zijn we doorgereden en hebben in Revelstoke een camping aan het Williamson Lake voor twee nachten geboekt.

Vandaag 257 km gereden.

zaterdag 18 juni 2011

Camperdag 8 (15 juni 2011) Columbia Icefields – Field

Het was koud vannacht. Je zou bijna de sokken en een vest aanhouden. Wat wil je; op een hoogte van 2000 meter. Op gelijke hoogte als de onderkant van een gletsjer. En een stevige wind. Toch nog redelijk geslapen.
.

De gletsjer heeft zich in de afgelopen jaren behoorlijk terug getrokken. Rond 1844 was de gletsjer nog veel groter. De auto zou dan dik onder het ijs hebben gezeten.

Om 09.00 uur opgestaan. Daarna naar het VisitorsCentre gegaan. Heerlijk warm daar. We hebben een tour gemaakt over de Athabasca Glacier. Heel bijzonder om boven op zo’n gletsjer te lopen. Niet beseffend, dat er pakweg 100 meter ijs onder de voeten zit.
.

Rond 13.30 uur gaan we verder richting Lake Louise via de Icefield Parkway (Hw 93). Je valt van de ene in de andere verbazing. Wat een natuur. Wat een bergen met dikke laag sneeuw. Wat een watervallen en uitgesleten canyons. Zoals de Weering Wall, Mistaya Canyon, Peyto Lake (heel blauw), Bow Lake (met wat ijs op het water). Hieronder het Peyto Lake. Voor de duidelijkheid; de foto's zijn niet bewerkt.


Met als klap op de vuurpijl een zwarte beer. Een monster, wat toen ‘ie opstond, was het een hele grote. We vragen ons af of dit nu een beer of een grizzly is. Wel zien we een bult bij de schouderpartij, kenmerkend voor een grizzly. Wat later staat hij/zij op; sjokt naar in de schaduw van wat struiken en ploft daar neer. En bedankt...
.

Uiteindelijk toch in Lake Louise aangekomen. Nog even naar Moraine Lake geweest. Deze staat bekend als het mooiste meer, behalve vandaag. Het meer was rimpelig van de wind; deels bevroren en ca. 4 meter beneden het peil. Ook hebben we Lake Louise nog aangedaan. Wat staat daar een erg groot hotel / kasteel. Enorm groot.
Tot slot zijn we in een sneltreinvaart richting Field gereden (klok ging een uur terug) en zijn we geëindigd op de camping Monarch.

Vandaag 192 km gereden.

Camperdag 7 (14 juni 2011) Jasper – Columbia Icefields

Vandaag laat opgestaan. Ontbijt overgeslagen omdat we om 11.00 uur weg moeten zijn. De camping waar we staan is zo groot, dat we zelfs met de camper naar de doucheruimtes rijden. Daarna onze shit gedumpt en naar Jasper gereden. Bij het station geparkeerd. En daar eerst ons ontbijt genuttigd. Even wat rond gewandeld. Kaarten en postzegels gehaald. Ook hier over rond gereden. Jasper is best wel een leuke plaats. Alles ziet er verzorgd uit. Er staat tegenover het station een groot gebouw van de CN. Hier wisselt ook de bemanning van de treinen. Terwijl de trein de overweg blokkeert.

Via de Hw 93A S naar de Athabasca Falls gereden. Duidelijk een toeristische weg. Weinig verkeer. Hier zagen we onze eerste beer vandaag. Helaas staat alleen zijn kont op de foto. Na  deze Falls de Icefields Parkway (93) verder vervolgt naar het zuiden. We rijden door een schitterend gebied. Met veel bergen en bossen.
Rond 17.00 uur waren we bij de Sunwapta Falls. Ze zijn allemaal verschillend en mooi.Veel watervallen hebben een diep uitgesleten canyon.


Bij Tangle Creek poseert een white mountaingoat (witte berggeit). Geeft nog een demo bergklimmen. Heel soepel. Vastgelegd op de video.
De witte toppen van de bergen met heel veel sneeuw komen steeds dichterbij. We maken de ene na de andere foto. Bij het visitorcentre van de Columbia Icefield staan heel veel campers. Blijkt een overflo-camping te zijn; aan de voet van de Athabasca glacier .Voor CAD 15,70 zijn we de man.


Vandaag 120 km gereden.

Camperdag 6 (13 juni 2011) Miette – Jasper (Whistlers Campground)

Vanmorgen wat later opgestaan. Het regende een beetje. Na het gebruikelijke ochtend ritueel zijn we pas om 09.30 uur vertrokken. Eerst richting Miette Hot Springs. 15 km verder. Hier is een zwembad, waarbij men gebruik maakt van een warme waterbron. We hebben de zwemspullen gepakt en lekker gebadderd. In totaal vier baden. Van 12, 23, 39 en 41 graden. Heerlijk. Geen foto’s gemaakt; dat werd niet op prijs gesteld. Daarna op een rustig plekje een kopje koffie gedronken en wat gelezen. Vlak voor we vertrekken zien we onze eerste bergbewoners. Hieronder een close-up van een Bighornsheep...
.

Rond de middag weer terug over Hw 16 richting Jasper, Daar nemen we de afslag naar het Medicine Lake en daarachter het Maligne Lake. Schijnt het meest gefotografeerde meer te zijn. Wij doen hieraan mee.
.

Hier weer diverse herten en berggeiten/schapen gezien. Het begint gewoon te worden. Wel een eekhoorntje die gewoon kwam bedelen.
Op de terugweg hebben we nog een wandeling door de Maligne Canyon gemaakt. Achteraf was deze dag voor Ellen toch te zwaar en te lang. Morgen rustig aan.

Vandaag 177 km gereden.

vrijdag 17 juni 2011

Camperdag 5 (12 juni 2011) Clearwater – Miette (camping Pocahontas)

Vandaag wordt een lange dag. We willen helemaal naar Jasper. Zijn van plan om vroeg te vertrekken, maar Jan en Corrie hebben schik. Zij winnen en wij mogen uitzwaaien.Wij draaien de Hw 5 op richting Valemount. Onderweg stoppen we nog even bij Little Hell’s Gate Regional park. De North Thompson River dondert met geweld door dit parkje.
.

Terug rijdend over deze bosweg naar Hw 5 huppelt opeens een hert voor ons uit. Vlugger dan wij hier kunnen rijden.
Volgende plaats aan de Hw 5 is Blue River. Even door het plaatsje gereden. Men is verzot op wegen die haaks op elkaar lopen. Blue River heeft niet meer dan 300 inwoners.
Vrij kort na Blue River zien we in de berm een bruine beer. Rustig eten van de gele paardebloemen. In een boom blijken nog twee jonge beren te zitten. Een zwarte en een bruine. Samen met veel andere passanten hebben we DE dag. De ene na de andere foto wordt gemaakt. Hieronder de mooisten (vinden wij…)
.
.
.

Na deze ruime onderbreking gaat de reis verder naar Valemount. Daar nog even de voorraad aangevuld. Ruim na Valemount verlaten we de Hw 5 en gaan verder over de Hw 16 (Yellow Head Highway). Daarna doorgereden naar de Mount Robson en het Bezoekers Centrum even aangedaan. Mount Robson is met 3954 meter de hoogste van de Canadese Rockies. De top is heel vaak in de wolken. Ellen heeft (bijna) mazzel. We zijn trots.
.

We gaan door naar Jasper. En rijden daar een klein rondje. Valt niks tegen. Redelijk toeristisch, maar wel een gezellige uitstraling. We gaan op zoek naar onze camping, die toch nog de nodige kilometers richting Hinton ligt. Langs het Moose Lake zien we nog twee Kariboe's met imposante geweien.
.

We zijn blij als we uiteindelijk de camping bereiken.

Vandaag 390 km gereden.

Camperdag 4 (11 juni 2011) Wells Gray park – Clearwater (Valley Resort)

Vandaag gaan we weer langzamerhand terug richting Clearwater. Dat wat we onderweg tegenkomen willen bekijken. Maar het eerste dat we tegenkomen is een zwarte beer. Vlakbij Redspring Misschien dezelfde als gisteren? Wie weet… Ellen heeft alle kans om een foto te maken. Beertje scharrelt in de rechterberm.


Na deze kleine fotoshoot, verdwijnt beertje in de bossen. Bij Redspring stroomt de Claerwater River verschrikkelijk snel. Na een korte onderbreking gaat het verder naar de Helmcken Falls. Als de camper er net staat, komen Jan en Corrie de parkeerplaats oprijden. Wat een giller. Samen naar de Falls gegaan en bekeken. Bij deze Falls valt het water 140 meter naar beneden. Met heel veel geweld.


Daarna hebben we nog samen een bakkie gedaan en is ieder weer op pad gegaan. Eerst nog even afgesproken, dat we ook naar Clearwater Valley Resort gaan. Daar is Wifi. Kunnen we meteen het blog bijwerken.

Vervolgens verder naar de Dawson Falls. Een contrast met de vorige. Deze is niet hoog, maar wel breed.


Vervolgens zakken we verder af naar de Spahats Falls. 80 meter hoge waterval. Het bijzondere van deze waterval is, dat deze zich een weg heeft gebaand door de rotsen en zo een canyon van 120 diepte heeft gemaakt.


We eindigen bij de Camping. Na het eten nog wat bloggen en daarna een glaasje fris bij Jan en Corrie.

Vandaag slechts 103 km gereden.

donderdag 16 juni 2011

Camperdag 3 (10 juni 2011) Marble Canyon – Wells Gray Park (Falls Kreek)

Een lange dag met veel kilometers. Maar ook veel te zien. We vervolgen de Hw 99 tot aan het eind. En gaan daar linksaf naar het noorden richting Clinton via de Hw 97. Clinton is niet groot. We volgen de weg tot aan 70 Mile House. Hier gaan we binnendoor naar het Green Lake. Kwamen spontaan langs onze eerste Sani-dump. Een heel ritueel. Vervolgens via de binnenweggetjes weer bij 83 Mile House weer op de Hw 97 aangekomen. Bij pakweg 85 ml bij Mnt Begbie Lookout gestopt. De klim naar boven gemaakt en van het uitzicht genoten.


Doorgereden tot 100 Mile House en daar de eerste links genomen langs het Horse Lake. Van het meer weinig gezien. Allemaal bomen en huizen met veel landgoed. Daarna de weg vervolgd over de 24 naar Little Fort en de Hw 5 naar Clearwater.
Pas om 19.00 uur bereikten we Wells Gray park. Dit park heeft een lange doorgaande weg van 65 kilometer, halverwege overgaand in een zandweg. Bijna halverwege kregen we een verschrikkelijk heftige bui over ons heen. Gelukkig kort, want even later zagen we onze tweede beer. Rustig door de berm, zich niets aantrekkend van de auto’s.


Even later strijken we neer op de camping Falls Creek. We staan vlakbij de Claerwater River, kolkend en bruisend.


Tijdens de avondwandeling kwamen we nog een echte wildlive tegen.


O ja; voor wie het nog niet wist. Canada is ook een muggenland. Barst ervan. Even de deur open en je hebt weer een paar prikkende lifters. Verder is Canada een perfect land om van een port-verslaving af te komen. Een fles reguliere port komt omgerekend op pakweg 25 euro. Dat is wat anders dat de 4,99 bij de Nettorama.

Vandaag 351 km gereden.

Camperdag 2 (9 juni 2011) Squamish – Lillooet (Marple Canyon)

We worden uitgezwaaid door Jan en Corrie. We gaan eerst een stukje terug naar het zuiden om de Shannon Falls te bezichtigen. Volgens de reisleidster valt het water 335 meter omlaag. Een spectaculaire waterval en bergstroom. In het park gaat Ellen nog even voor een dikke boom staan. Oké; Arend vroeg het...
.

Later gaan we weer naar het noorden de richting Lillooet via Hw 99. We trekken steeds meer het binnenland in. Komen bij Whistler. Rijden even Whistler Village in. Dit voormalige Olympische dorp komt bij ons erg toeristisch over. Verder rijdend komen we in Pemberton. Wat grootte betreft stelt het niet veel voor. We rijden een beetje rond om een indruk te krijgen. Lijkt erop, dat oud ijzer een hoop waard is. Er staan namelijk veel oude roestige auto’s bij de huizen.
In Pemberton blijven we de 99 volgen naar Lillooet. Halverwege Lillooet stoppen we op een parkeerplaats. Beneden ons het water van een creek dat naar een waterval stroomt. Naast de creek een spoorlijn. Waarover even later drie locs van CN een lange goederentrein moeizaam voorttrekken. Met een hoop gekreun en geknars. Slechts het laatste stukje staat op de film.

Voorbij Lillooet verandert het landschap volledig. We gaan over de Fraser River. Die is gigantisch in het landschap uitgesleten.
.

We hebben ook nog een stevige klim. We zien zelfs nog sneeuw in de berm liggen. Terwijl we slechts op 1283 meter zitten.

Vlak voor onze nachtplek bij Marble Canyon zien we onze eerste beer. Een zwarte met twee kleintjes. We zijn zo verbaasd, dat het fototoestel veel te laat gepakt wordt. We hebben een vergrootglas nodig om de beren nog te zien.

Vandaag 271 km gereden.

Camperdag 1 (8 juni 2011) Vancouver – Squamish

Wat is dat wennen. Niet dat de camper erg groot of breed is. Dat valt wel mee. Maar stuurversnelling, automaat en vreemde wegen met afwijkende regels… Langzaam de koppeling laten opkomen. Ja; de auto gaat rijden. Tuurlijk; ik laat de rem los. Of bij het manoeuvreren de koppeling intrappen. Heel veilig, want de auto staat opeens stil. Heb ook een paar keer het flesje water in de middenconsole gebruikt om te schakelen. Of de handrem gezocht. Tot groot vermaak van Ellen.

Eerst naar een supermarkt voor boodschappen. Daarna op weg naar het noorden. Niet via Hw 99 door Downtown Vancouver, maar buitenom. Downtown is afgesloten ivm een belangrijke wedstrijd ijshockey. We volgen eerst de 99, daarna de 91 East en via Burnaby binnendoor naar de Hw 7. En boven Vancouver weer de 99 op. Aan deze informatie heb je niks, maar je weet nooit wie dit nog een keer leest...

Boven Vancouver nog voor Lions Bay stoppen we even. En als we daar stilstaan, komt de camper van Jan en Corrie langsgereden. Even verderop ontmoeten we hen. We besluiten om samen naar Camping Alice Park ten noorden van Squamish te gaan. Wel zo gezellig.
Om 20.00 uur hadden we ons plekje gevonden. Tegenover een kraan en een toilet. Nou ja; een wc pot incl. dak boven een heel groot gat in de grond. Mooie campingplaatsen. Iedereen heeft een stuk grond met een picknicktafel/bank en een BBQ-plek ter beschikking. Wij nemen een stukje waar twee campers kunnen staan. Ziet er allemaal gaaf uit.



Vandaag 140 km gereden.

Cruise Alaska dag 8.

Vroeg opgestaan. Ontbijt om 07.00 uur. Rekening gecontroleerd. Laatste spullen in de rugzak en om 08.00 uur staan we klaar. Om 08.45 uur is het ontschepen, dus we kunnen nog even -samen met Hannie en Cees- kijken naar het starten en landen van de flootplanes… eh… watervliegtuigen.

Jan en Corrie hebben ons op de vaste wal al snel gevonden. Samen bellen we naar Canadream. We worden pas om 13.00 uur verwacht. Canadream zorgt voor een taxi, die ons om 12.30 uur zal ophalen. We hebben dus nog een paar uurtjes. We hebben allemaal zin in een bak koffie. En gaan op zoek. We vinden via trappen en liften wel wat, maar dat blijkt de lounge van een chique hotel te zijn. The Pacific Hotel. We zouden zo kunnen aanschuiven voor een ontbijt met koffie, maar dat gaat ons te ver. Buiten vinden we een Subway. Ook lekker.
Daarna lopen Jan en Arend nog een stukje door Vancouver Downtown. Hoge flats met prachtige weerspiegelingen.
.

We bezoeken even het oudste kerkje; verscholen tussen gebouwen van 20-40 verdiepingen hoog.. Uit angst voor hoogbouw boven de kerk hebben ze de luchtruimte boven de kerk gekocht, aldus een clerck. Op de foto is de kerk nauwelijks te zien.
.


Het lijkt wel of ze hier gek zijn op oude dingen. Er rijdt zelfs een houten bus door Downtown.
.

Bij een Information Centre vinden we een PC met 15 minuten gratis internet. Snel een paar mailtjes naar de kids.

De beloofde taxi is mooi op tijd. En om 13.00 uur zijn we bij Canadream. Eerst het papierwerk en daarna de uitleg. Jan en Corrie zijn als eerste op pad. Wij zijn nog wat onwennig en doen rustig aan We richten eerst de camper helemaal in. Om 15.30 uur gaan ook wij op pad.

Cruise Alaska dag 7.

Deze dag -wederom zonnig- is een volle dag op zee. Via de Inside Passage terug naar Vancouver. We zien allerlei prachtige eilandjes. Droomparadijsjes lijken het. Maar ook nog als het over een half jaar hier berekoud is ?
.

Jan en Corrie uit Middelburg hebben in de hut een lekkage gehad. HAL compenseert de overlast met een leuk centje en een fles rode wijn. Die laatste wordt op het achterdek soldaat gemaakt. Wij maken meteen met Jan en Corrie een afspraak om morgen gezamenlijk een taxi te nemen naar Canadream. Scheelt toch weer in de kosten. Tussen de activiteiten door worden de koffers grotendeels gepakt.
Joke en Arend verzamelen alle moed en gaan nog even op het achterdek het zwembad in. Water is lekker. Eruit gaan is moeilijker. Enne… de foto’s die gemaakt zijn worden NIET in dit blog gepubliceerd !!

Eh... Correctie; deze foto kan door de beugel...
.

De dag wordt afgesloten met de maaltijd en een kort bezoek aan het theater. De laatste spullen gaan in de koffer en wij in de kooi...

Cruise Alaska dag 6.

Rond 09.00 uur liggen we in Ketchikan. Bijna onbegrijpelijk, maar het is weer een zonnige dag. We melden ons aan voor een educatieve toer rond het plaatsje. Ketchikan heeft een hoofdstraat van pakweg 20 mijl; het plaatsje zelf ligt halverwege. Alles is aangevoerd via het water of de lucht. Onze chauffeur cq. gids Justin brengt ons naar een plaats waar Bald Eagles (zeearenden) met jongen vertoeven. En geeft uitleg over de totempalen. Hij geeft zoveel informatie, dat we het niet allemaal kunnen volgen.
.

We bezoeken ook nog even Creek Street. Het eerste straatje van Ketchikan. Gebouwd op palen langs de creek.
.

Wij lopen later op de dag nog een stukje door het plaatsje. Het lijkt als Volendam. Alleen nu geen molentjes en klompen, maar allemaal beren, eagles en totempaaltjes. En juweliers met glimmende dure blinkertjes, want daar schijnen de Amerikanen verzot op te zijn.
.

Rond 17.00 uur gaan de trossen los voor de terugreis naar Vancouver.
Een uurtje later zijn we op het voordek. En zien een orka zijn kunsten vertonen. Helemaal opspringend uit het water. Helaas geen foto, maar wel twee sprongen vastgelegd op de video.

Het wordt bijna eentonig, maar wederom heerlijk gegeten in de Rotterdam Diningroom.

Cruise Alaska dag 5.

Vandaag gaat de reis naar Glacier Bay. Waar de gletsjers in het water glijden. Meestal gewoon afbreken en met veel geraas in het water donderen. De MS Volendam dobbert meer dan een uur voor de gletsjer.  Iedereen komt aan zijn trekken om de foto van zijn leven te maken. Eerst een doffe knal en daarna zie je een stuk naar beneden vallen. Tenminste; als je naar de juiste plek kijkt. Want de gletsjer is toch pakweg 100 meter hoog en bijna 1000 meter breed (niet nagemeten). Lastig te fotograferen. Meestal waren we te laat. Maar niet minder spectaculair.Om een beetje een idee te krijgen van de grootte ook een foto met een paar kano’s op de voorgrond.
.

.
.

Aan het begin van de middag wordt koers gezet richting Ketchikan, de laatst haven die we in Alaska bezoeken. Maar eerst een borreltje bij de kapitein. Om 19.30 uur worden we verwacht. Blijkt, dat Pieter Visser alle Nederlanders en andere Vips heeft uitgenodigd. We voelen ons zeer vereerd. Helaas nog geen foto beschikbaar (heeft Cees gemaakt). Aan het einde nog een gezellige babbel met de man gemaakt.

Na dit feestelijke partijtje gaan we genieten aan tafel 307 in de Rotterdam Diningroom van een lekker diner. We zijn de laatsten. En hebben lol voor 10. De avond wordt afgesloten met een bezoek aan het theater.